Dag 4: Familiebezoek en daklozen eten geven
Op donderdagmorgen vertrekken we met een busje richting Donomulyo, het dorpje waar veel van onze kinderen oorspronkelijk vandaan komen. Het verslag van deze dag is geschreven door Roana.
We bezoeken vandaag de families van onder andere Pur, Ghozi, Maria, Alyssa en David. De staat van de woningen lopen uiteen: van krakkemikkige hutjes tot kleine, maar redelijk goed verzorgde woningen. Van de meeste kinderen woont er nog een heleboel familie. Moeders, vaders, opa’s, oma’s, en ook wat broers en zussen. Het ontvangst is overal even hartelijk en we worden in ieder huis getrakteerd op tafels vol met eten. Het is bijzonder om te zien waar de kinderen, met wie ik nu een paar dagen heb mogen doorbrengen, precies vandaan komen. Het verhaal van hun leven vóór Wees een Kind. Het besef van de andere kant van het verhaal wordt hier alleen ook ineens heel duidelijk: deze families hebben, ongetwijfeld met heel, heel veel pijn in hun hart, de keuze moeten maken om de zorg van hun kind aan iemand anders over te laten. Omdat zij dat niet meer zelf konden, of omdat ze beseften dat hun kind thuis geen toekomst heeft. Verdrietiger kan bijna niet, maar tegelijkertijd ook zo dapper. En wat zijn ze toch in goede handen terecht gekomen.. De vader van Ghozi is tijdens ons bezoek erg verdrietig. Hij heeft een aantal jaren geleden een ongeluk gehad, en daardoor hersenbeschadiging opgelopen. Zijn kortetermijngeheugen heeft een duur van rond de 30 minuten, daarna is hij alles van het afgelopen half uur weer vergeten. Heel schrijnend. Hij probeert ons uit te leggen dat hij ziek is, en daarom niet voor Ghozi kan zorgen. Het lijkt alsof hij ieder moment in een grote huilbui uit kan barsten. En ik daardoor ook ;-).
Bij het bekijken van het huisje van de oma van Pur ben ik even mijn onhandige zelf en stap ik midden in een spijker. Aangezien ik alleen slippers aanheb gaat deze dwars door de zool heen… Oeps, niet slim. Gelukkig hebben ze jodium en kan het direct worden ontsmet. Als laatste bezoeken we het huisje van de familie van David. David heeft een gehandicapt broertje, Figo. Wanneer we komen aanrijden komt Figo ons stralend toerennen, en Hester krijgt direct een dikke knuffel wanneer ze de auto uitstapt. Ook zijn verhaal gaat je niet in de koude kleren zitten: Figo heeft een tijdje in een kindertehuis in Malang doorgebracht, maar het koelere klimaat van deze regio had effect op zijn gewrichten: op een gegeven moment kon hij niet eens meer lopen. Om deze reden woont hij inmiddels dus weer thuis. Wat opvalt is dat zijn familie enorm liefdevol met hem omgaat: naar mijn idee wordt er onwijs goed voor hem gezorgd. Wat me wel heel erg raakt is het idee dat er voor Figo, net zoals voor vele andere gehandicapte kinderen in Indonesië, geen enkel toekomstperspectief is. Zij zullen in geen enkel geval de kans hebben om (toekomst)keuzes voor zichzelf te maken. Al met al hakt dit familiebezoek er behoorlijk in. Zowel de zichtbare armoede, als ook het verdriet én de enorme dankbaarheid bij de families.
Vanuit Donomulyo rijden we terug naar Malang. Samen met Nouval ga ik richting ziekenhuis, omdat mij van alle kanten dringend wordt geadviseerd een tetanusprik te halen in verband met m’n spijker-ongelukje. Dit ziekenhuisbezoek is weer een ervaring opzich: na aanmelding lopen we de zaal in, en even weet ik niet wat me overkomt. Een groep biddende mensen op de vloer. Links wordt een oudere man in het openbaar gereanimeerd. Rechts liggen pasgeboren baby’s. De structuur mist compleet. Ik word op een bed gezet van waaruit ik nog deels zicht heb op het reanimeren. De familie staat er naast. Op een gegeven moment lijkt het erop dat de man het haalt: Nouval ziet hem ademen. Het bed met daarop een met dekens afgedekt persoon dat 10 minuten later langs komt rijden bewijst verdrietig genoeg het tegendeel. Geen gekke ervaring in een ziekenhuis, wel dat dit zo in het openbaar gebeurd. Dood en nieuw leven op 20 meter afstand van elkaar.
We krijgen weer een lesje Aziatische inefficiëntie: na 2 uur verlaten we na een simpel prikje het ziekenhuis en kunnen we richting de rest van de groep. Vanavond vertrekken we namelijk met tassen vol rijstpakketjes richting een van de armste wijken van Malang, om deze aan daklozen en armen uit te delen. David, Didin en Eki gaan met ons mee. Ik ben onder de indruk van de manier waarop familie Bachdim dit aanpakt: het draait hier niet alleen om het voeden van daklozen, maar ook (en misschien wel vooral) om de kinderen bewust te maken van het feit dat armoede overal is, en dat zij voor zichzelf in ieder geval het verschil kunnen maken. Het is me een dagje wel: ook dit is behoorlijk confronterend en vooral relativerend. We vinden een moeder met een prachtig pasgeboren baby’tje, gewikkeld in doeken, wonend naast het spoor. Haar ‘huis’ is niet meer dan een stapel dozen en dekens. De rijstpakketjes worden met een grote glimlach in ontvangst genomen, en vanuit alle hoeken van de straat komen mensen aanrennen. Rennen voor een pakketje rijst, ik vind het echt heel erg dat het zo ver kan gaan. Maar tegelijkertijd bijzonder om deze mensen te kunnen helpen, al is het (jammer genoeg) maar voor één avond..
Een dag met een heleboel indrukken! Een dag waarop je je beseft hoeveel geluk wij hebben in Nederland te zijn geboren. En een dag waarop ik me weer continue blijf verwonderen over alle goede dingen die de familie Bachdim en de rest van team Wees een Kind voor de mensen hier doen. Echt rechtstreeks vanuit hun hart, heel mooi om te zien. Alle gegeven donaties komen hier méér dan goed terecht. 🙂